Een nieuw blog


Blog van kinderboekenschrijfster Netty van Kaathoven. Zoek je informatie over een van mijn boeken klik dan rechts op het juiste label en je krijgt de selectie die je zoekt.
Blogs over enkele reizen van me vind je ook door op het juiste label rechts te klikken.
Wil je me ergens over benaderen mail dan naar zjors#casema.nl en vervang daarin de # door een @

maandag 25 augustus 2014

Een spookachtig bos


Jaren geleden schreef ik een verhaal na een boswandeling waarbij ik langs een inspirerend landgoed kwam met een oud landhuis en mooie bijgebouwen. Alweer 2 jaar terug maakte Silvie Buenen er prachtige illustraties bij. Ik woon daar niet meer in de buurt en nam me voor 'ooit' nog eens het boekje te overhandigen aan de bewoners als ik in de buurt zou zijn. Deze week was ik in de buurt. Ik zocht een uur tot ik het landgoed en het huis terugvond. 
Inmiddels was het donker geworden, maar ik was er nu toch. Dus ik reed bibberend door een spookachtig, stikdonker bos over streng verboden zandwegen, want particulier terrein, naar het enige lichtpuntje dat ik kon ontwaren. 
Daar in het enge donkere bos in een van de bijgebouwen van het landhuis (waar in mijn verhaal de baron is gaan wonen) was een meisje alleen thuis en ze kwam me onbevreesd tegemoet toen ik hun erf opreed. 
Het grote huis blijkt nu onbewoond te zijn (zoals ook in mijn verhaal) en in het kleine boshuisje in het moeras (dat ik in het donker niet terug kon vinden) waar in mijn verhaal de hoofdpersonen onderduiken blijken haar grootouders te wonen. Ik liet twee boekjes achter voor haar grootouders en haar ouders en ben heel benieuwd wat ze vinden van het verhaal dat ik verzon over hun woonplek.


maandag 18 augustus 2014

Hoe weeg je twee kilo vliegen?

Hoe weeg je twee kilo vliegen? Dat vraag ik me al een paar dagen af. Als je ze in een afgesloten doosje doet en ze stijgen op, telt hun gewicht al niet meer mee, volgens mij.
Maar goed, ondanks (of omdat) dat het een lastig probleem is, werd Twee kilo vliegen door ons unaniem als titel gekozen voor het nieuwe moppenboek dat Lizzy van Pelt en ik maken voor uitgeverij De Inktvis .
Door ons eerste moppenboek Een vlieg op je vork weten we nu dat lastige lezers erg gestimuleerd kunnen worden door dit soort korte tekstjes waar ze ook nog eens de blits mee kunnen maken door ze later te vertellen op het schoolplein of thuis.
Vorige keer wisselden we moppen af met raadsels, deze keer met theaterleesmoppen. Elseline Knuttel van De Inktvis is namelijk een groot pleitbezorger van het theaterlezen. Hierbij lezen enkele lezers samen de tekst, als rollen in een toneelstuk. De tekst is ook als een klein toneelstukje geschreven. Uiteraard moeten de kinderen de mop eerst verschillende keren doorlezen voordat ze hem (al lezend) gaan voordragen en dat vinden ze nou net heel leuk. Het repeteren van het verhaaltje bevordert hun leesvaardigheden en hun plezier.
Kortom: Lees en Lach, wordt het devies. Een musthave voor elke leesbevorderaar.

Lekker makkelijk

Een moppenboek schrijven lijkt makkelijker dan het is. Wij wilden alleen moppen verzinnen en verzamelen en herschrijven die niet discriminerend zijn naar anderen (dus geen domme blondjes, twee gekken, domme Belgen, en dergelijke) en die niet grof of seksueel getint (Jantje komt bij de hoeren) zijn. Ik kan je verzekeren, dan blijft er weinig over. Ik schrok me eerlijk gezegd kapot toen ik ging lezen op moppensites die pretenderen kindvriendelijk te zijn. Hierin onderscheidt dit boek zich dus ook van de doorsnee moppenboekjes die ik soms echt niet voor kinderen zou willen kopen.

En dan moesten de teksten dus ook nog naar een laag leesniveau.Op dit moment is de tekst klaar (leesniveau is AVI-M4, dus korte zinnen en woorden) en maakt Lisa Brandenburg de humoristische illustraties in de stijl van het eerste boek. Omdat die nog niet af zijn krijgen jullie hier een plaatje van een vleermuis uit Een vlieg op je vork te zien. Ik ben heel benieuwd wat ze er deze keer weer van maakt!

O ja, voor degenen die zich afvragen waar de titel vandaan komt, een voorproefje (geen theaterleesmop):

Spinnen

Een man komt in de winkel waar je dieren kunt kopen.
‘Heeft u voor mij tien muizen?’ vraagt hij.
‘Jazeker, is het dat of wilt u nog iets?’
vraagt de vrouw van de winkel.
‘Ik wil ook nog veertig spinnen.
En een kilo of twee vliegen.’
‘U heeft zeker een slang die u wilt voeren?’ vraagt de vrouw.
‘Nee hoor, ik heb een nieuw huis,’ zegt de man.
‘Dan snap ik het niet,’ zegt de vrouw van de winkel.
‘Nou,’ legt de man uit,‘Ik moet mijn oude huis net zo achterlaten
als ik het aantrof toen ik het huurde.’


zaterdag 16 augustus 2014

Ja, helaas, dat mag!


Het verlossende telefoontje kwam: wat ik angstig vermoedde bleek waar te zijn. Ik kwam namelijk op een verkoopsite drie nog niet leverbare boeken van mezelf tegen met voor mij onbekende titels:

* Drie vriendinnen op avontuur
* De talentenjacht
* Een eigen tractor voor Thijs

Helaas kon ik uit de titels (die me niet al te sprankelend leken) wel opmaken dat het mijn boeken zou betreffen, met als werktitel:

* Superspeurhond Spiky
* Zing, Goma, zing!
* Tractor Thijs

De uitgever had alle titels gewijzigd. En voor je nu roept: 'Dat mag toch zomaar niet, dat moet je niet pikken!' kan ik je zeggen: 'Dat mag.'
In het contract dat ik met open ogen heb ondertekend staat:
De definitieve titel zal door de uitgever vastgelegd worden, rekening houdend met de reekstitel waarin het boek verschijnt en andere elementen die kunnen bijdragen tot de herkenbaarheid van het boek in het fonds van de uitgever.
Ik had er alleen op gerekend dat de titels eventueel in overleg zouden worden gewijzigd, maar dat hoeft de uitgever dus niet te doen, want dat staat er simpelweg niet.
Daar het een Vlaamse uitgever betreft zit er - is mijn ervaring - ook altijd nog een belevingsverschil tussen woorden in ons land en in Vlaanderen. Zou ik de 'vriendinnen' eerder 'meiden' noemen, in Vlaanderen gruwen veel mensen van die term.

Het meest 'oubollig' vind ik Drie vriendinnen op avontuur. Ik stelde daarover een open vraag op Facebook (zonder te melden dat het vermoedelijk om een titel van mijn eigen boek ging) en de meeste reageerders associeerden deze titel inderdaad met een boek van tientallen jaren her. Uit mijn jeugd, zo ongeveer. De redacteur verzekerde me echter dat titels met vriendinnen erin het altijd erg goed doen in de verkoop. Wellicht is dat ook wel zo in dit specifieke segment.

Het meest verdrietig werd ik van Zing, Goma, zing! dat nu De talentenjacht heet. Ik vond mijn titel perfect passen. Goma (een vluchtelinge) en haar vriendinnen doen mee aan een talentenjacht waarin ze moeten zingen en dansen. Maar Goma kan niet dansen, vanwege een been dat niet meer soepel lopen wil, laat staan dansen, sinds de vlucht uit haar land. Maar Goma (die niet durft te zingen voor een groot publiek) zingt de sterren van de hemel met het onverstaanbare lokale lied over verlangen naar haar geboortegrond en haar leven in Afrika. Dus verzinnen de vriendinnen een act met Goma in de schommel en de andere twee dansend ernaast. Kort gezegd komt er reuring doordat ze (onterecht) niet winnen, overwinnen ze hun tegenslag en krijgen ze het voor elkaar dat Goma uiteindelijk mag zingen in het programma van een van de grootste zangtalenten van ons land. In een heuse sportarena, voor duizenden mensen. Maar natuurlijk durft ze niet en doet ze het toch, met groot succes.
Zing Goma, zing! was een aanmoediging van mij als auteur om vluchtelingkinderen te stimuleren van hun kwaliteiten gebruik te maken, zodat ze een weerwoord hebben tegen onze cultuur waarin ze soms niet welkom zijn.

Wellicht heeft de uitgever helemaal gelijk als er bedacht wordt: een oma in een speelgoedwinkel grijpt meteen naar een boek over een talentenjacht als ze weet dat de kleinkinderen altijd naar The Voice Kids willen kijken. Misschien wordt het boek nu veel meer verkocht dan met de oorspronkelijke titel. Misschien werkt het zo. Ik weet het niet.
Ik weet wel dat ik nog even moet wennen aan de nieuwe titels.
Er blijft waarschijnlijk altijd een spanningsveld tussen wat een auteur creatief gezien het liefst wil en wat de commercie verlangt. En in moeilijke boekentijden zal dat laatste altijd de doorslag geven, dat snap ik ook wel en daar heb ik vrede mee. 
(De illustraties zijn van Emilie Timmermans, boven, en Eefje Kuijl, onder)

maandag 11 augustus 2014

Een massamoord op mijn geweten

En nu vragen jullie je natuurlijk al weken af hoe het afliep met die wespen. Nou slecht dus.
Ik belde de plaatselijke wespenman en die kwam in zijn witte imkerpak en zag geen andere oplossing dan die ik al vreesde. Hij opende de schuurdeur, wierp er een blik in en sloot hem ook weer supersnel met een bewonderend 'wow!'. Hij had dit jaar nog niet zo'n groot nest gezien, vertelde hij me. Als de larven uit zouden komen, zouden er wel 15000 wespen uit kunnen vliegen en die kun je dus echt niet herbergen in een drukbevolkt wijkje als dat van ons. Ik was best een beetje trots op mijn wespenvolkje dat ze zo goed gebouwd hadden. Maar ik zou het niet op mijn geweten willen hebben dat een kind nietsvermoedend een wesp mee naar binnen slikt met haar ijsje of dat een allergische buur wordt gestoken. Een wesp of wat om je heen, oké. Maar duizenden?
Dus de wespenman ging een langere stang halen om aan zijn gifpomp te doen zodat hij er van een grotere afstand mee kon moorden. Hij spoot gif in het nest en verzekerde me dat alle wespen binnen een paar uur dood zouden zijn. De wespen die nog buiten vlogen zouden terugkeren naar het nest en ook overlijden.
Voor de zekerheid moest ik maar een etmaal uit de schuur blijven.
De volgende middag opende ik de schuurdeur en ik schrok me kapot. De hele vloer lag bezaaid met kronkelende wespen die totaal gedesoriënteerd waren en duidelijk leden. Dat was dus niet de bedoeling! Meteen dood, oké, maar geen uren liggen lijden. Dat wilde ik absoluut niet! Ik moest er zowaar een beetje van huilen, zoveel dierenleed.
Dus trok ik dikke kleren aan en dichte schoenen, pakte de vliegenmepper en sloeg ze een voor een naar de andere wereld. Daarna keek ik treurig naar het massagraf in mijn schuur.

Het nest zit er nog, want er komen toch nooit nieuwe wespen in (volgens de wespenman) en als ik het verwijder valt al het gif eruit.
Hij toonde me ook waar de wespen hun bouwmateriaal vandaan hadden gehaald. Ik dacht gewoon dat het slecht geverfd was, maar mijn gezellige houten zitje was door honderden kleine mondjes afgegraasd (klik op de foto voor een vergroting), waarna de beestjes het hout in hun mond kauwden tot een soort papier-maché en er een nest van bouwden. Een waar kunstwerk, dus het spijt me zeer lieve wespen dat ik jullie toch na al dit nijvere werk om zeep heb moeten laten brengen.